Vasten haken

Vasten haken - hoe haak je een vaste?

Vasten geven een dicht haakwerk. Ze worden heel veel gebruikt bij het haken van amigurumi (knuffeltjes), maar het is ook een mooie steek voor een telefoonhoesje of in combinatie met andere steken in bijvoorbeeld een babydekentje.

We slaan de eerste losse over (dit is de keerlosse), en steken de naald in de 2e losse vanaf de haaknaald. We maken een omslag en trekken de draad door het eerste lusje op de naald. Je ziet dan 2 lusjes op de naald. We maken weer een omslag en trekken de draad door allebei de lusjes.

Nu heb je een vaste gehaakt! Dit is je eerste steek, de losse die we hadden overgeslagen telt niet mee. We gaan dat nog eens herhalen tot het einde van de lossenketting.

Tel nu je steken, als het goed is, zijn het er 15. Dan keren we het haakwerk om, zodat de haaknaald rechts zit en het haakwerk links.

Dan maken we eerst een losse, dat heet de keerlosse, deze telt niet als eerste steek, dus we beginnen in de eerste steek weer te haken door de naald door de 2 lusjes te steken en dan vasten te haken.

We haken tot het einde van de toer. Tel je steken: het moeten er nog steeds 15 zijn. We draaien het werk weer om en maken weer een keerlosse. We haken nog 1 toer met vasten, zodat we het goed onder de knie hebben.